Jigoro Kano(嘉納治五郎, Kano Jigoro) (28 oktober 1860 – 4 mei 1938) is de grondlegger van het judo. Kano werd geboren in Mikage (ook vermeld als Kikage), een dorp dichtbij Kobe. Hij was de 3e zoon van de handelaar in scheepvaartmaterialen Jerosaku Kano. Toen hij 11 jaar oud was, verhuisde Jigoro met zijn familie naar de hoofdstad Tokio.

Hij begon als 17-jarige te studeren aan de Keizerlijke Universiteit te Tokyo en behaalde op 21-jarige leeftijd zijn graad in de economische en politieke wetenschappen. Kano verloor zijn interesse in politiek en studeerde verder aan de pedagogische faculteit. Daar behaalde hij een onderwijsgraad en promoveerde een jaar later in de filosofie. Hij werd eerst lector en later hoogleraar. Daarna werd hij onderdirecteur van de school van adel.

Judogi (柔道着 of 柔道衣) is de Japanse naam voor het judopak. Het judopak is gemaakt van katoen dat speciaal gewoven en erg sterk is, dat moet ook wel want er wordt tijdens een partijtje judo flink aan het pak getrokken. Het judopak is het “handvat” van de judoka, hiermee kan hij zijn tegenstander vastpakken, sturen en controleren, om dan uiteindelijk een techniek (worp, houdgreep, armklem of verwurging) te maken. Een judogi bestaat uit twee delen, een stevige jas (Kimono) met een dikke kraag (Eri) die in een stuk overgaat in de revers (Kesa), en een broek (Zubon) met verstevigingen op de knieën. De jas wordt over elkaar geslagen en bij elkaar gehouden door een band (Obi). Aan de kleur van de band kan men zien hoe ver de judoka gevorderd is. Het judopak mag niet te groot of te klein zijn, het moet goed passen en mag niet stuk zijn.

